Verjaring en stuiting van vorderingen

Wat is verjaring?

Wanneer de schuldeiser lange tijd geen aktie onderneemt om de vordering te innen, zal na een bepaalde temijn de vordering verjaren. Verjaring heeft tot gevolg dat de schuldeiser de vordering niet meer kan afdwingen.
Wel blijft er een soort van morele verplichting over, een natuurlijke verbintenis genoemd.
Indien de debiteur ondanks verjaring toch betaald, heeft hij niet onverschuldigd betaald, en kan hij deze betaling niet terugvorderen.

Verjaring staat het recht om te verrekenen niet in de weg.
Wanneer de schuldeiser ook iets verschuldigd is aan de debiteur dan mag hij de vordering, ondanks verjaring, verrekenen.

Wanneer een vordering verjaard is zal de debiteur daar zelf een beroep op moeten doen.
De rechter mag niet uit zichzelf onderzoeken of de vordering verjaard is.

De verjaringstermijnen:
Als uitgangspunt geldt een verjaringstermijn van 20 jaar. Deze termijn geldt ook wanneer er een vonnis is gewezen.
Voor de volgende vorderingen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar (wanneer er dus geen vonnis is):

  • Een vordering tot nakoming van een overeenkomst tot een geven of een doen. De termijn gaat in vanaf het moment dat de vordering opeisbaar is.
  • Een vordering tot een periodieke betaling, zoals rente, huur en pacht, en voor alles wat bij het jaar of een kortere termijn moet worden betaald. De verjaringstermijn gaat in vanaf het moment dat de vordering opeisbaar is. Elke betalingstermijn afzonderlijk verjaart na verloop van 5 jaar.
  • Een vordering uit onverschuldigde betaling (bijvoorbeeld teveel verstrekte uitkering of geld overgemaakt op een verkeerd rekening nr. De verjaringstermijn gaat in vanaf het moment dat de schuldeiser zowel bekend is met het bestaan van de vordering als de persoon van de ontvanger. De vordering verjaart in ieder geval na 20 jaar nadat de vordering is ontstaan.
  • Een vordering tot betaling van schade of een bedongen boete. De verjaringstermijn van 5 jaar vangt aan op de dag dat zowel de schade als de dader bekend is, met een maximum van 20 jaar na de schadegebeurtenis. Bij schade tengevolge bepaalde misdrijven gelden langere termijnen.
  • Bij consumentenkoop geldt een verjaringstermijn van 2 jaar. Dit betekend dat de verkoper na 2 jaar geen betaling meer af kan dwingen. Er is sprake van consumentenkoop wanneer een particulier een koopovereenkomst sluit met een professionele verkoper. Deze kortere verjaringstermijn geldt ook voor energieschulden.

Opnieuw starten verjaringstermijn (Stuiting):
De schuldeiser moet binnen de verjaringstermijn aktie ondernemen ter voorkoming van het verjaren van de vordering wardoor deze niet meer afdwingbaar is.
Zodra de schuldeiser aktie onderneemt zal de verjaringstermijn opnieuw gaan lopen, stuiting genoemd.
De nieuwe termijn is dezelfde als de oorspronkelijke termijn maar met een maximum van 5 jaar.
De verjaring treedt echter niet eerder in dan waarop de oorspronkelijke termijn, zonder stuiting, zou zijn verstreken.
Stuiting kan ontstaan door:

  • Het verzenden van een schriftelijke aanmaning of mededeling waarin het recht tot nakoming duidelijk wordt aangegeven.
  • Het indienen van een dagvaarding.
  • Het erkennen van de vordering door de debiteur.

Indien de schuldeiser aangeeft een aanmaning te hebben gestuurd en de debiteur betwist dit, zal de schuldeiser moeten aantonen dat de aanmaning de debiteur heeft bereikt. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de aanmaning aangetekend is verzonden of wanneer de debiteur op de aanmaning heeft gereageerd.